Bij de onderstaande tekst is gebruikt gemaakt van Wikipedia. Rotterdam is met ruim 610.000 duizend inwoners na Amsterdam de grootste gemeente van Nederland. Rotterdam en zijn voorsteden vormen samen het meest verstedelijkte gebied van Nederland. Omstreeks 1260 werd in de Rotte een dam gelegd op de plek waar de Hoogstraat de Rotte kruist. Hieraan ontleent Rotterdam zijn naam. Rond deze dam ontstond een nederzetting waar men in eerste instantie leeft van visserij. Al snel werd het ook een handelsplaats en ontstonden de eerste havens. Rotterdam kreeg in 1340 stadsrechten en in 1360 een stadsmuur. Jonker Frans (van Brederode) heeft tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten tussen 1488-1490 voor Rotterdam een belangrijke rol gespeeld. Door de oorlogen was de positie van Rotterdam als zijn uitvalsbasis in vergelijking met de omliggende steden enorm versterkt. Zo had het nabijgelegen Delft door hem al zijn schepen verloren en Gouda de helft van de huizen. Dankzij Jonker Frans werd Rotterdam definitief een stad van betekenis in Holland. Tussen 1449 en 1525 bouwde men de laat-gotische Laurenskerk. In het middeleeuwse Rotterdam was dit het enige stenen gebouw. Het was een ambitieus project, Rotterdam bestond destijds uit ongeveer 1200 huizen. In 1572 werd Rotterdam geplunderd door troepen van de Spaanse stadhouder Bossu. In 1573 kiest de stad de kant van de Nederlandse Opstand. De stad had toen ongeveer 10.000 inwoners. Aan het eind van de 16e eeuw laat Johan van Oldenbarnevelt, die van 1576 tot 1586 raadpensionaris van de stad was, de Rotterdamse haven verder uitbouwen, waardoor de grondslag wordt gelegd voor de belangrijke plaats die deze stad zich in de zeehandel zal verwerven. Bij de volkstelling van 1622 was het aantal inwoners gegroeid tot ongeveer 20.000. Tegen het eind van de 17e eeuw zouden het er zelfs 50.000 zijn. Desondanks breidde de stad zich niet uit buiten zijn wallen en singels. De min of meer driehoekige ruimte tussen Coolsingel, Goudsesingel en de Nieuwe Maas bedroeg niet meer dan 140 hectare, dus de stad raakte overbevolkt. Pas na 1825 zou zij zich buiten deze enge grenzen gaan uitbreiden. In de 19e eeuw werd de positie van Rotterdam als internationale haven bedreigd door de verzanding van de voornaamste verbindingen met zee, eerst het Scheur en daarna de Brielse Maas. Om dit probleem het hoofd te bieden werd tussen 1827 en 1830 onder Koning Willem I (waarschijnlijk aanvankelijk "om met deze verbinding tusschen de marinewerf te Rotterdam en de oorlogshaven Hellevoetsluits de belangen van de oorlogsvloot te dienen")[2] door het eiland Voorne het Voornse kanaal gegraven, tussen Rotterdam en Hellevoetsluis. Naarmate de grootte der zeeschepen in de 19e eeuw meer en meer toenam, bleek dit kanaal evenwel niet aan de behoeften te voldoen. Ingenieur Pieter Caland ontwierp een ambitieus plan voor een nieuwe verbinding met de Noordzee. In 1866 werd begonnen met de uitvoering hiervan.